Fig.1 Laat het resultaat zien van een eerste opzet van een speelgoedwereld. Het is gebaseerd op keuzes en aannames: geografisch geordende lapjes grond waarover pionnen (die actoren weergeven) zijn verspreid met een werkwijze die ervoor zorgt dat ‘stadse’ en ‘plattelandse’ verkeers-infrastructuren ontstaan.
De achterliggende gedachte is dat we vanuit deze geografische basislaag voor agenten en hun fysieke locaties en transportmogelijkheden nieuwe, regelgebaseerde netwerken kunnen laten ontstaan die groepsvorming en groepsgedrag laten zien. De regels realiseren de theorieën die wie met de speelgoedwereld speelt van belang oordeelt. Het is trouwens ook nodig om te gaan bedenken wanneer de speelgoedwereld een situatie heeft bereikt die voldoet aan het beeld dat Hobbes als natuurlijk kenschetste.
Maar dat gaat nog even duren. Meneer Knoop (die gedurende de COVID-dagen alle tijd heeft en die het allemaal maken moet) denkt dat er eerst nog wat praktische problemen moeten worden opgelost. Zoals de zaken er nu voor staan kan hij de situatie in Fig.1 (die langs stochastische weg is bereikt) niet loggen op een manier die toestaat hem als beginsituatie van een volgende sessie te benoemen en gebruiken. Dat maar eens eerst.