Maar dat is politiek

door

in

De coronaviruspandemie is een half jaar oud. In Nederland brachten we hem terug tot beheersbare proporties. De maatregelen worden versoepeld. We hebben zesduizend doden te betreuren. De maatregelen hebben ongeveer zeven weken geduurd. Het risico in Nederland is nu vergelijkbaar met dat in de 3e week van het virus in Nederland. Dat is de 10e week van de pandemie. De vraag is hoe te voorkomen dat het virus opnieuw in Nederland explodeert. We hebben wel het voordeel dat we het virus beter hebben leren kennen.

Fig. 1 Nieuwe infecties per week in Nederland

C.E. hoort de vreemdste theorieën en opvattingen. Van de statisticus de Hondt (die “statistisch” laat zien dat de aerosolen zorgen voor overdracht en stelt dat dus social distancing moet worden losgelaten, daarbij een aanpak hanterend die sterk doet denken aan de manier waarop ooit Lucia de B. werd schuldig bevonden) tot de vrijdenker Engel die achter publicaties in Science en The Lancet een complot vermoedt en daartegenover het belang van een grondrecht op vrije ontplooiing stelt, bijna in de geest van de black lives matter beweging in de VS en die van de antiracismebeweging in Nederland.

Het gaat om belangrijke onderwerpen. Over politiek. Of anders gezegd over wat we mogen doen wanneer we moeten kiezen tussen morele, juridische, economische en intellectuele risico’s voor anderen en voor onszelf.

Laat ik een paar voorbeelden geven. Moreel: mogen kleinkinderen op bezoek bij hun grootouders binnen twee weken nadat ze een festival of een Trump-rally bezochten? Juridisch: wanneer mogen burgemeesters demonstraties verbieden tegen de inbreuken die de coronavirusmaatregelen op hun rechten maken en wanneer niet? Economisch: Hoe zeker moeten we over de medische effectiviteit van een maatregel zijn om de economische gevolgen ervan te moeten aanvaarden? Intellectueel: Wanneer mag een president, zonder feitelijke evidentie, iets uit een krant fake news noemen of een tegenstander bij de verkiezingen criminal?

Voor elk van die vragen ligt het antwoord niet in de wetenschap maar in de politiek. C.E. denkt dat het concept vrijheid van meningsuiting aan een herwaardering toe is. Daarmee is kennelijk iets aan de hand. China nam een wet aan die in Hong Kong de vrijheid van meningsuiting beperkt (zoals de Westerse wereld die begrijpt.) De reden die daarvoor wordt gebruikt is precies dezelfde als de reden die president Trump thans dagelijks in zijn tweets gebruikt bij het onderbouwen van zijn executive orders om de demonstranten van de black-lives-matter beweging als criminelen op te kunnen sluiten.

Een mogelijkheid om uit dit moeras te kruipen ligt in het erkennen dat grondrechten een functie hebben en vanuit die functie per situatie moeten worden geïnterpreteerd. Dit is een intellectuele benadering die voorlopig op weinig steun kan rekenen. Grondrechten verhullen, in de praktijk, taboes. Anders gezegd, een praktisch beroep op een grondrecht laat in de praktijk doorgaans zien dat er verworvenheden zijn bij de een die ten onrechte ten koste gingen van de ander en die werden en worden afgedekt met verschillende verhalen die voor partijen vaak onaantastbaar zijn.