Ik schaam me er een beetje voor dat ik droomdenken en traditiedenken gebruik in plaats van Snyder’s denken in termen van inevitability en eternity. Er is wel een reden voor. In mijn hersenpan zijn onvermijdelijk en eeuwigdurend zo dicht naast elkaar beland dat ze zich moeilijk lenen voor het labelen van de grote verschillen die Snyder beschrijft, terwijl ik die verschillen herken en van groot belang acht. Voor mij is het makkelijker om me voorbeelden van die verschillen met de begrippen ‘droom’ en ‘traditie’ voor de geest te roepen dan met ‘onvermijdelijk’ en ‘eeuwigdurend.’
Mogelijk komt dat omdat extreme overtuigingen die gericht zijn op de toekomst (de droom) en het verleden (de traditie) elkaar in de weg zitten, maar elkaar in meer gematigde vormen in het geheel niet hoeven uitsluiten. Snyder geeft er de voorkeur aan er de nadruk te op te leggen dat in hun extreme vormen de beide overtuigingen hun eigen besef hebben van de rol die de tijd (en dus: de geschiedenis) speelt. Hij zoekt een middenweg in het benadrukken van de betekenis van individuele tegenover aan machines gedelegeerde verantwoordelijkheid.
Het is niet onmogelijk dat dit een symptoom is van vrij extreem traditiedenken. Er schuilt in de tegenstelling tussen droom- en traditiedenken iets verraderlijks waar ik al eerder op doelde: de dynamiek van dromen naar traditie — succesvol droomdenken leidt nu eenmaal op den duur tot veelal machtsbelust en bekrompen traditiedenken. Ik meen dat Snyders Road to Unfreedom deze dynamiek in zijn politieke dimensie beschrijft.
Als ik naar mezelf kijk heb ik dat traject ook gevolgd, als exponent van de waarheidsdroom (die kort na de tweede wereldoorlog totaal vanzelfsprekend werd gevonden) en me opwerkend naar een academische elite die zich geen raad meer weet met successen als die van Trump en andere overtuigde en overtuigende traditiedenkers.
Met andere woorden, als ik politieke processen goed wil kunnen naspelen moet ik de processen die leiden tot de leugen als succesvolle vorm van politiek denken (als ontleend aan dromen en/of aan tradities) meenemen. Ik zat daarmee tot voor kort in mijn maag of was er niet aan toe. De theorieën van Snyder openen een deur.