Kunst en kennis

Op 16 maart explodeerde de COVID-19-pandemie in Europa. Hij keek naar de wereldmeter op die dag en herinnerde zich wannerer het ongeveer begon, en nadat hij een geloofwaardig reproductienummer van internet had geplukt, kwam hij met een uiterst eenvoudig model om het aantal geïnfecteerde mensen te berekenen op het moment t : dit is het aantal geïnfecteerden aan het einde van een specifieke infectieperiode (I_ {t} ) is gelijk aan het aantal geïnfecteerden in de laatste periode (L_ {t}) plus het aantal nieuw besmette mensen in de afgelopen periode (N_ {t}) maal het besmettingsnummer (C) (of het gemiddelde aantal personen dat een besmette persoon infecteert tijdens de infectieperiode). In ruwe en eenvoudige bewoordingen:

wat we morgen krijgen

is wat we vandaag hebben en hebben besmet.

In formule:

I_{t} = L_{t} + N_{t} * C

Hij had al eerder gezien hoe de formule zich gedraagt wanneer wordt aangenomen dat de duur van de besmettings-/infectie-/reproductieperiode 5 dagen is en het besmettingsgetal 2 en het begin van de pandemie eind december 2019 valt. Hij vroeg zich af hoe de resultaten die kunstmatig werden geproduceerd door middel van de formule zouden lijken op wat de echte wereld had laten zien. De formule is gemaakt op 16 maart. Hieronder is een tabel die laat zien hoe de resultaten van 16-26 maart zich verhouden tot de cijfers die door de realiteit zijn gegenereerd (geplukt van worldometers.info):

DatumGemetenBerekendPeriode
16 maart
21 maart
26 maart
182.414
304.979
531.865
131.071
262.143
524.287
16
17
18

Kennis is wat is gemeten, en kunst is wat is berekend, dacht hij. Dat laatste is immers het gevolg van creatieve arbeid, ook al is die verricht met wetenschappelijke ambitie. Theorieën en algoritmen behoren dus tot de kunsten en niet tot de kennis. Omdat ze tot de instrumenten van de wetenschap behoren bestaat het risico dat ze in dit opzicht worden misverstaan. Theorieën en algoritmen zijn kunstwerken die kunnen worden gekend maar daardoor zelf nog geen kennis worden. Dat laatste kan gebeuren, maar alleen als wat wordt berekend van voldoende kwaliteit is.

Dat is een lastig vraagstuk. Zeker als het over kennis en kunst gaat. Als hij zich goed herrinnerde wordt kunst vaak kennis doordat het bijbehorende verhaal (de theorie, het algoritme) coherent is en innerlijke logica en sanmenhang vetoont en daarenboven betrouwbaar blijkt wanneer het wordt toegepast in of op de werkelijkheid zoals de beoordelaar die ervaart.

Dit betekent dat de formule en dus het algoritme dat de formule realiseert kunst zijn, maar geen kennis. In termen van betrouwbaarheid zou het nog kunnen voor wie vooral geïnteresseerd zijn in de exponentiële groei van de pandemie. Maar qua coherentie schiet algoritme-0 tekort. Er wordt geen rekening gehouden met verschijnselen die volgens gezond verstand belangrijk zijn: hoeveel mensen zijn vatbaar, hoeveel geïnfecteerd en hoeveel resistent (hersteld of dood). Van deze drie variabelen in van het meest voorkomende eenvoudige epidemische model, het SIR-model, is alleen het aantal infecties te vinden in algoritme-0. Dat is dus incoherent omdat we weten dat de andere twee nodig zijn om de langere-termijn dynamiek van een epidemie te kunnen laten zien.