Het is 10 dagen na de moord op een geboeide en gekleurde Amerikaan, George Floyd. De moord werd gepleegd door een groep van vier blanke politiemannen. Eén van hen knelde langer dan 8 minuten met zijn knie de nek van de liggende arrestant af. Die smeekte dat hij geen lucht kreeg en was de laatste 2 van die 8 minuten bewegingsloos. Het geheel werd door een omstander met een telefoon gefilmd. De clip werd op internet gepubliceerd. Er kwam een protestbeweging op gang die tot demonstraties leidde. Gekleurde Amerikanen hebben er genoeg van rekening te moeten houden met het risico dat ze willekeurig door blanke politiemannen en/of burgerwachten worden bedreigd, mishandeld of vermoord. Dat komt daar regelmatig voor.
Hoe een landsbestuur zijn geweldsmonopolie een vorm geeft zo dat die door het volk wordt verdragen is al millennia een open vraag. In de USA is er sinds een paar honderd jaar een grondwet die aan de burgers het recht van betogen tegen de regering geeft. Die grondwet legt bovendien het landsbestuur in handen van een gekozen president die de leiding heeft over het bestuur en het leger.
Een probleem ontstaat als de gekozen president dingen doet die niet worden getolereerd en verkiezingen te lang op zich laten wachten. Dan kan alleen nog het protest van het volk een signaal geven. Daarom is vreedzaam demonstreren in de USA een machtig wapen.
En dat is wat we op het moment in de USA zien. We zijn nu aan toe aan de 10e achtereenvolgende dag met geweldloze demonstraties in alle grote steden in de USA. De uitspraken van de president 4 dagen geleden over de inzet van het leger hebben geleid tot openlijke kritiek vanuit de legerleiding. Het gevoel dient zich aan getuige te zijn van het soort proces dat in China het afbrokkelen van “Hemels Mandaat” wordt genoemd.