Ga naar de inhoud

Gevangen door een leugen om bestwil?

Hoe is te verklaren dat een minister president die 10 jaar lang regeringen heeft geleid en kort na nog een eclatante verkiezingsoverwinning zichzelf terugvindt, in het volle zicht op de nationale TV en na een 9-uur durende parlementaire slachtpartij, met een motie van afkeuring die kamerbreed werd gesteund?

Kamerbreed betekent hier: gesteund door alle partijen, behalve die van de minister president zelf. In de VS of het VK zou dat geen bijzonderheid zijn. In Nederland, met 17 verschillende partijen in het parlement wel. De aantallen partijen in het parlement dwing Nederland als inmiddels de meeste Europese landen tot regeringscoalities. Een kamerbrede motie van afkeuring van de leider van één partij leidt tot de facto de uitsluiting van die leider van het minister presidentschap.

Opnieuw: hoe is te verklaren dat minister president Rutte het zo ver liet komen, in de vroege uurtjes van 2 april 2021? Ik heb het hele drama gezien, en denk dat van alle mechanismen die tot een dergelijk resultaat zouden hebben kunnen leiden het een miskenning is van welk mengsel nog acceptabel wordt gevonden van leugens om bestwil en beroepen op quod licet jovi non licet bovi.

Op 15 januari 2021 was de regering afgetreden vanwege de kindertoeslagenaffaire. Op 17 maart waren de verkiezingen. Tussen 17 maart en 1 april werden alvast verkennende gesprekken gevoerd. Op 25 maart werd op een foto de gespreksagenda zichtbaar. Daarop stond de naam van het Kamerlid dat de affaire aan het licht had gebracht die tot het aftreden van de regering leidde. Op de agenda stond niet alleen die naam, er stond achter ‘functie elders?’ De suggestie was gewekt dat gesprekken werden gevoerd over het op een zijspoor zetten van een lastige, maar zojuist met grote steun herkozen volksvertegenwoordiger. De belangstelling van de pers was gewekt:

  1. Desgevraagd verklaarde Rutte nog op 25 maart via de pers dat het agendapunt niet door hem in de verkennende besprekingen naar voren was gebracht (een leugentje om bestwil ter bescherming van zijn eigen reputatie en die van het Kamerlid?).
  2. Door wie dan wel? werd een trending topic (een onvoorzien bijeffect van (1)?).
  3. Op 31 maart werden de gespreksverslagen door het parlement gevorderd en op 1 april verkregen. En de opgevraagde documenten maakten duidelijk dat de enige persoon die over genoemd Kamerlid had gesproken de minister-president was (een onverwacht bijeffect van (2)?)
  4. Diens reactie was dat hij zich dat niet kon herinneren en naar eer en geweten vergeten was wat hij een week eerder over een prominente bedreiging van een voortgezette coalitie naar voren had gebracht, en herhaalde dat tot hij niet meer terug kon (appellerend op een quod licet jovi gevoel?).
  5. De kamer weigert (4) te geloven op basis van (3).

Verbazend is dat Rutte in fase 1 nog zonder enig probleem had kunnen zeggen dat het bespreken van een prominente bedreiging van een voortgezette coalitie een redelijke gang van zaken is bij een politieke verkenning. Een verklaring kan zijn dat hij onderschat heeft hoezeer zijn ingesleten gebruik van de leugen om bestwil de bereidheid om dat als quod licet jovi af te doen had aangetast.